Visserij in oorlogstijd
In de loop van 1940/41 vorderden de Duitsers de beste schepen van de Scheveningse vissersvloot. Slechts een klein aantal schepen mocht, onder Duits toezicht, blijven vissen. Ze moesten dichtbij de kust blijven en voor de avond weer binnen zijn.
De bezetter wilde voorkomen dat schepen en hun bemanning uitweken naar Engeland. Na september 1944 mochten de vissers niet meer uitvaren en kwam de visserij tot stilstand.
Het waren de oudste schepen die actief bleven in de kustvisserij. Zij voeren nog met zeilen of verouderde hulpmotoren en waren zo een gemakkelijk doelwit. Tijdens het vissen was er het gevaar van mijnen en Engelse jachtvliegtuigen. Omdat er weinig gevist werd, waren de vangsten groot.