Seyss-Inquart en Clingendael
Van 1940 tot 1945 was de Oostenrijkse jurist Arthur Seyss-Inquart rijkscommissaris van het bezette Nederland. Hij woonde op het landgoed Clingendael.
In 1943 verhuisden de meeste departementen uit Den Haag naar onder meer Hilversum en Utrecht. Seyss-Inquart bleef, juist als symbool van het Duitse gezag. Om die reden kwam er een tweede vesting in de stad: Stützpunktgruppe Clingendael, met eigen tankgrachten en bunkers. De commandobunker die Seyss-Inquart naast zijn villa liet bouwen kreeg, om het militaire karakter ervan te verhullen, het uiterlijk van een boerderij. Op het metersdikke betonnen dak lagen gewone dakpannen. De schoorstenen waren in werkelijkheid luchtafweerposten.
Na de oorlog gebruikte de Koninklijke Landmacht de bunker onder meer om verbinding te onderhouden met Nederlandse troepen overzee. Tijdens de Koude Oorlog werd hij ingericht als crisiscentrum voor de Nederlandse regering. In Clingendael is nu het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen gehuisvest.